Winterreise is een serie liederen van Franz Schubert, gecomponeerd in 1827 op de gelijknamige gedichtencyclus van Wilhelm Müller. De cyclus telt 24 liederen die handelen over de omzwervingen van een jonge man. Hij wordt afgewezen door een meisje en gaat op reis door een ijzig winterlandschap. In het laatste gedicht ontmoet hij de Leiermann, de speelman met de draailier, mogelijk een verpersoonlijking van de dood. 

De cyclus beschrijft een zoektocht naar herinneringen en sporen van een verloren liefde. Zijn reis lijkt een vlucht, op zoek naar een opening uit het doolhof van zijn verdriet. Soms droomt hij even weg bij zoete herinneringen, zoals in het lied 'Voorjaarsdroom'. Dan ontmoet hij in het laatste lied de man met de draailier. Een zwerver, een buitenstaander die aan de rand van het dorp zijn liederen ten gehore brengt zonder dat er een cent in het bakje komt. Wie is deze man? Het einde is open en laat de vrijheid om te kiezen.

Cora Moret maakte haar eerste schilderij geïnspireerd op een lied uit de cyclus. Het was geen vooropgezet plan om bij alle liederen een schilderij te maken, maar gaandeweg bleven het verhaal en de muziek haar bezig houden, zodat nu, 7 jaar later, de serie bijna voltooid is.

De liederen waren het uitgangspunt en een bron van inspiratie voor haar schilderijen en tekeningen, maar Cora Moret gebruikt in haar werken actuele beelden. Een man, een vrouw, het winterlandschap, de kale lindenbomen, het grote atelierraam, de blik op de Kralingse Plas, de Avenue Concordia. En de Leiermann, de man met de draailier: de kunstenaar. Wat is zijn rol? Is hij de buitenstaander die maakt wat hij wil zonder dat hij daarvan kan leven? Is hij de ondernemer die rotondes versiert en verzoeknummers draait? Of is hij de zwerver die met een laptop vol ideeën de wereld rondtrekt?